In het begin was
het schetsboek, wit
hoekig gat in het heelal
van de huiskamer.
Angst voor het grote,
plezier in het kleine
leidden het potlood.
Zon en maan verschenen
altijd als eerst aan
de hemel van het vel,
zoekend naar hun vorm.
Schepping in een notedop.
Onbeholpen, maar mooi
even God geweest.
Uit: Pannetje van papier – Bas Rompa (1999)